PARAGRAFEN

Financiering

Om gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s en valutarisico’s te beschermen zijn de volgende activiteiten uitgevoerd:

Renterisico’s
Renterisico’s op korte financieringen zijn beperkt door er voor te zorgen dat de wettelijk voorgeschreven kasgeldlimiet niet is overschreden. De kasgeldlimiet is het bedrag dat maximaal met kortlopende schulden gefinancierd mag worden. Juist voor korte financiering geldt dat het renterisico aanzienlijk kan zijn, omdat fluctuaties in de rente bij korte financiering direct een relatief grote invloed hebben op de rentelasten. Onder kortlopende financieringen vallen alle financieringen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar. De kasgeldlimiet wordt volgens de Wet Fido bepaald op basis van een percentage van de begrote uitgaven van de gemeente. Voor 2024 was dat 8,5% van € 595,9 miljoen (2023: € 519,6 miljoen). De kasgeldlimiet 2024 voor de gemeente Venlo bedroeg dus € 50,7 miljoen. (2023: € 44,2 miljoen).

Onderstaande tabel geeft de gemiddelde liquiditeitspositie weer over de afgelopen vier kwartalen. De afgelopen vier kwartalen is de kasgeldlimiet niet overschreden.

Bedragen x € 1.000.000

Kasgeldlimiet

1e kwartaal 2024

2e kwartaal 2024

3e kwartaal 2024

4e kwartaal 2024

1 Kasgeldlimiet (maximale kortlopende schuld)

50,65

50,65

50,65

50,65

2 Gemiddelde schuld per kwartaal

-

-

-

-

3 Gemiddeld overschot per kwartaal

97,67

110,97

106,88

103,65

Ruimte (+) / overschrijding (-) (1+2+3)

148,32

161,62

157,53

154,30

Renterisico’s op lange financieringen worden beperkt door de wettelijk voorgeschreven renterisiconorm niet te overschrijden. De renterisiconorm heeft als doel het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Dit houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet méér mogen zijn dan 20% van het begrotingstotaal. De renterisiconorm is in 2024 niet overschreden.

Bedragen x € 1.000.000

Renterisiconorm en renterisico's vaste schuld

Realisatie 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Begroting 2028

1 Renteherziening

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

2 Aflossingen

8,97

8,98

8,99

8,55

7,76

3 Renterisico (1+2)

8,97

8,98

8,99

8,55

7,76

4 Renterisiconorm (20% van het begrotingstotaal)

119,19

125,70

104,72

103,74

103,59

5 Ruimte (+) / overschrijding (-); (4-3)

110,22

116,72

95,73

95,19

95,83

Naast de beheersing van het renterisico aan de hand van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm wordt het renterisico ook beheerst door de financieringsbehoefte te bepalen op basis van een meerjarige liquiditeitenplanning en in de meerjarenbegroting rekening te houden met een staffelrente oplopend tot 3,75%. Voor een stijging van de langetermijnrente boven de 3,75% is er een risico gekwantificeerd.
Conclusie: de beheersing van het renterisico op zowel de korte als de lange financieringen voldoet aan de wettelijke normen. Daarnaast beheersen we het renterisico.

Koersrisico’s
Koersrisico’s worden beperkt door uitzettingen uit hoofde van treasury te beperken tot producten met een vastrentende waarde (dus met een vaste vergoeding) of garantieproducten en uitzettingen af te stemmen op de liquiditeitsplanning.

Kredietrisico’s
Kredietrisico’s bestaan uit het risico dat we uitgeleend geld niet terug krijgen. Deze kredietrisico’s zijn:

  1. uitzettingen van middelen vanwege liquiditeitenbeheer,
  2. garanties van geldleningen,
  3. verstrekte langlopende geldleningen vanwege de publieke taak,
  4. debiteuren.
  1. Bij het uitzetten van middelen vanwege liquiditeitenbeheer zijn de risico’s zeer beperkt door de verankering van het schatkistbankieren in de Wet Fido. Schatkistbankieren houdt in dat tegoeden verplicht worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Behalve de middelen onder het drempelbedrag. Dit is 2,0% van het begrotingstotaal tot € 500 miljoen plus 0,2% van het surplus. Dit zorgt dat er voldoende saldo blijft voor het dagelijks betalingsverkeer. In de toelichting op de balans wordt gerapporteerd op het drempelbedrag.

Vanwege het hoge saldo aan liquide middelen is begin 2024 voor € 51 miljoen aan 10-jaars bulletleningen uitgezet verdeeld over 4 gemeenten.

  1. We gaven garanties af voor geldleningen waar we direct voor garant staan en ook geldleningen met de garantstelling via een waarborgfonds. De beheersing van de kredietrisico’s bij gegarandeerde geldleningen gebeurt voor het grootste deel van de verstrekte garanties via waarborgfondsen. Het gaat om:
  • Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)
  • Stichting Waarborgfonds Eigen Woning (WEW) / Nationale Hypotheek Garanties (NHG)
  • Stichting Waarborgfonds Sport (SWS)
    Per 31 december 2024 zijn de gegarandeerde geldleningen voor de gemeente Venlo € 528,3 miljoen (een specificatie staat op de balans onder de rubriek passiva). Hiervan gaat het grootste deel over garanties via het WSW en WEW/NHG: € 468,1 miljoen Daarnaast gaat een bedrag van € 60,2 miljoen over overige garantstellingen. In 2024 zijn er geen nieuwe overige garantstellingen afgegeven.
  1. Gemeenten mogen leningen verstrekken vanwege hun publiek taak. Dat staat in de Wet Fido. Het verloop van de verstrekte geldleningen in 2024 is als volgt:

Verloop van de verstrekte geldleningen

Saldo verstrekte geldleningen per 01-01-2024

€ 35.475

Ontvangen aflossingen

€ 2.563

-/-

Nieuw verstrekte leningen:

€ 5.497

+/+

Saldo verstrekte geldleningen per 31-12-2024

€ 38.409

Voornaamste posten zijn de leningen van € 19,3 miljoen plus € 1,4 miljoen revolverende kredietfaciliteit aan BV Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo en € 5,3 miljoen voor BV Campus Vastgoed Greenport Venlo. Daarnaast hebben we leningen verstrekt aan de woningcorporaties Antares en Woonwenz. Door de oprichting van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) komen hier geen nieuwe leningen meer bij. Het restantbedrag van deze leningen is eind 2024 nog € 6,8 miljoen (eind 2023: € 7,5 miljoen). Het saldo van de leningen verstrekt uit de 1 e en 2 e tranche van het project Zonnepanelen op particuliere daken is eind 2024 € 5,3 miljoen. Een 3 e tranche is in voorbereiding. In het kader van het continuïteitsplan hebben we € 0,2 miljoen verstrekt aan de Mutsaersstichting. Tot slot hebben we enkele kleine leningen verstrekt voor verduurzamingsmaatregelen.

  1. Debiteurenrisico’s worden in eerste instantie afgedekt via adequaat debiteurenbeheer inclusief aanmanings- en incassotraject. Vorderingen die moeilijk invorderbaar blijken te zijn, afhankelijk van de invorderingsstatus, waarderen we af via de voorziening dubieuze debiteuren. Een nadere toelichting op het verloop en de wijze van bepalen van de hoogte van de voorziening dubieuze debiteuren staat in de toelichting op de balans.

Liquiditeitsrisico’s
Het risico dat de gemeente Venlo met betalingsproblemen te kampen krijgt door onvoldoende liquide middelen is nagenoeg nihil. De aanvullende uitkering (artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet) in het geval een gemeente niet meer aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen maakt dat de solvabiliteit van gemeenten te boek staat als zeer solide. We kunnen daarom altijd kasgeldleningen aantrekken. Liquiditeitsrisico’s worden verder beperkt door een kortlopende liquiditeitsplanning en een meerjarige liquiditeitsplanning (minimaal vier jaar).

Deze pagina is gebouwd op 05/07/2025 11:29:08 met de export van 05/07/2025 11:26:10