EMU-saldo

De Europese eisen en afspraken over verminderen van het begrotingstekort en de staatsschuld vormen de basis van de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof). Het EMU-saldo is het vorderingensaldo van de collectieve sector op transactiebasis. Met andere woorden, het moment van transactie is bepalend. Dit in tegenstelling tot het voorgeschreven stelsel van baten en lasten in het BBV.
Ook gemeenten, provincies en waterschappen moeten zich houden aan de doelstellingen uit de Wet Hof. Om provincies en gemeenten tijdig een beeld te geven wat dit voor hen betekent, publiceert het Ministerie van BZK individuele EMU-referentiewaarden. Een individuele EMU-referentiewaarde is geen norm, maar een indicatie van het aandeel dat een provincie of gemeente in de gezamenlijke tekortnorm heeft. De individuele referentiewaarde voor de gemeente Venlo bedraagt in 2024 € 26,6 miljoen (bron: decembercirculaire gemeentefonds 2023). Tot dusver heeft de Wet Hof voor Venlo geen gevolgen gehad, omdat het EMU-saldo op macroniveau niet wordt overschreden.

Onderstaande tabel geeft de begrote en gerealiseerde EMU-saldi voor 2024 weer. Voor 2024 (na wijziging) was een negatief EMU-saldo van € 55,6 miljoen begroot. Het gerealiseerde EMU-saldo bedraagt € 4,8 miljoen negatief en is daarmee € 50,8 miljoen positiever uitgevallen dan begroot, maar ligt onder de referentiewaarde. Het resultaat vóór toevoeging en onttrekking aan reserves is € 27,4 miljoen positiever dan begroot, de boekwaarde (im)materiële vaste activa is met € 28,4 miljoen minder toegenomen en de voorzieningen zijn met € 9,3 miljoen meer toegenomen. Daartegenover is de voorraad met € 14,3 miljoen hoger dan begroot.