Bijstelling hoogte proceskostenvergoeding Waardering onroerende zaken (WOZ)
Op 1 januari 2024 trad de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm (Wet WOZ) in werking. Deze wet maakt het voor no-cure-no-paybureaus minder aantrekkelijk om veel en langdurige juridische procedures te starten tegen WOZ-besluiten. Met deze wet werd onder meer de proceskostenvergoeding voor WOZ-bezwaartaken verlaagd tot 25% (factor 0,25) van de vergoeding die in 2023 werd toegekend als de inwoner of het bedrijf in het gelijk werd gesteld.
De Hoge Raad heeft in juli 2024 bepaald dat het lagere tarief voor de proceskostenvergoeding in belasting- en premiezaken buiten toepassing moet blijven. De verlaging van de proceskostenvergoeding voor WOZ-bezwaartaken wordt hierdoor nagenoeg volledig ongedaan gemaakt. Door deze uitspraak bleef alleen het tarief voor overige zaken over, dat dubbel zo hoog was.
Met het Belastingplan 2025 is met een nota van wijziging de factor met ingang van 1 januari 2025 verlaagd naar 0,125. Dit zorgt ervoor dat de dat de proceskostenvergoeding die in de bezwaarfase kan worden toegekend per saldo op een vergelijkbaar niveau blijft als bij de invoering van de Wet WOZ was beoogd.